Elke toespraak is anders

De tekst van een toespraak is anders dan die van een boek. Ga maar na: wie tijdens het lezen een passage niet begrijpt, bladert gewoon even terug. In een zaal is zoiets onmogelijk. Nooit zal iemand opstaan om tussentijds te vragen of een spreker zijn woorden nog eens wil herhalen.

Dat betekent dat elke zin meteen helder én raak moet zijn. Belangrijk is bovendien dat de aandacht van het publiek wordt vastgehouden. Beginnen toehoorders te schuiven op hun stoel, op hun horloge te kijken, te fluisteren of – en dat is het ergst – te gapen, dan is dit niet gelukt.

Als speechschrijver ben je lang niet altijd aanwezig wanneer ‘je’ tekst wordt uitgesproken. Het is een tamelijk anoniem beroep. Daarom blijft onduidelijk hoe een zaal heeft gereageerd. Maar gelukkig laten opdrachtgevers dit weleens weten. Mag je pronken met complimenten? Ach, waarom ook niet… ‘Ik heb de samenwerking als heel prettig en inspirerend ervaren,’ schreef kort geleden een belangrijke bestuurder uit de Randstad, ‘samen werken aan mooie toespraken waar mensen echt iets aan hebben’. Missie geslaagd, kunnen we dus wel zeggen. 🙂